Hoogspringen
Een populaire atletieksport is hoogspringen. Hoogspringen is sinds 1896 een Olympische sport en er worden ook Europese en Wereldkampioenschappen voor georganiseerd. Een flexibele lat wordt geplaatst op twee pilaren waar je vervolgens overheen moet springen. Dit wordt gedaan met verschillende technieken die speciaal ontwikkeld zijn om zo hoog mogelijk te kunnen springen. Hoogspringen heeft niet veel regels, echter kan de techniek wel lastig zijn om goed onder de knie te krijgen. Je moet met één been afzetten, anders wordt de sprong afgekeurd en moet je opnieuw beginnen.
Welke techniek wordt gebruik in het hoogspringen
De meest gebruikte techniek bij het hoogspringen in de fosburyflop. Met deze techniek kom je aanrennen en maak je de laatst passen in een boog, zodat je schuin voor de lat komt te staan. Vervolgens zet je jezelf af en ga je met je hoofd als eerste over de lat. Je rug is naar beneden gericht en zo hol mogelijk gemaakt. Je hoofd en benen zorgen dat als punt van zwaartekracht, welke dus lager ligt dan de hoogte die je met deze techniek kunt springen. Een andere techniek is de rolsprong, welke vroeger erg populair was maar nogal moeilijk is om te leren. De techniek om te hoogspringen die het eenvoudigste is om te leren is de Schotse sprong. Deze wordt echter nog maar nauwelijks gebruikt, aangezien je er veel meer minder hoog mee kunt springen dan met de fosburyflop.
Terug naar overzicht